afb.
Plebaan van de Sint Janskathedraal; werd na zijn priesterwijding in 1928 kapelaan van de St. Pieter in Den Bosch, tevens rector van het Carolus-ziekenhuis, in 1931 kapelaan te Tilburg. Van 1934-37 was hij leraar Grieks aan het klein-seminarie in Sint-Michielsgestel, van 1937-45 tweede, later eerste secretaris van het bisdom; werd in 1945 benoemd tot plebaan van de St. Jan. „De Sint Jan als bouwwerk is mijn chatechismus,” waren zijn woorden en hij besteedde veel aandacht aan in- en uitwendige restauratie van de kathedraal; hij gaf ruimschoots gelegenheid voor orgelconcerten, had de Mariadevotie hoog in z'n vaandel geschreven, schonk speciale aandacht aan de liturgie (gezangen in het latijn, gebeden in de volkstaal), hechtte grote betekenis aan het kerkwijdingsfeest en vergrootte de verzameling kunstvoorwerpen. Voor al deze verdiensten kreeg hij bij zijn zilveren jubileum als pastoor van de parochie de zilveren Jeroen-Boschpenning uitgereikt door de toenmalige burgemeester Van de Ven. Mgr. Van Suzante was kanunnik van het kathedrale kapittel, geheim Kamerheer van de Paus en officier in de Orde van Oranje-Nassau. | 146 |
Encyclopedie van Noord-Brabant 4 (1986) 146
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 10, 134, 328, 371